Connie Palmen-Lucifer
“Lucifer”is een psychologische roman die vooral het verschil tussen fictie en werkelijkheid beschrijft en dat is een kernthema in het werk van Connie Palmen. Het is een heel interessant boek over een gebeurtenis uit het begin van de jaren tachtig, toen de vrouw van een Amsterdamse componist om het leven kwam. Palmen geeft dit tragische gebeuren in de vorm van een roman met verwijzing naar de klassieke tragedie. Om de roman heel goed te kunnen waarderen, moet je waarschijnlijk wel een kenner of insider zijn van de gebeurtenissen in de Amsterdamse grachtengordel, maar sommige personages uit de roman zijn heel herkenbaar opgevoerd (vgl. de pijprokende schrijver Aaron Keller die natuurlijk Harry Mulisch moet voorstellen, wat ook al afgeleid kan worden uit diens Cuba-verleden en de gevoelens die hij koesterde voor Che Guevara. In twee hoofdstukken (Bedrijven genoemd) kadert Palmen het verhaal in. De Hoofdstukken II tot en met IV gaan terug in de tijd van de Tachtiger jaren, maar toch wordt ook die in die bedrijven heen en weer gesprongen met de tijd.