David Ball-Koninkrijk van zand
Van de weelderige pracht en praal van het negentiende-eeuwse Parijs, tot het mysterieuze, rijk geschakeerde landschap van de Sahara, beschrijft deze machtige roman een botsing tussen twee culturen.
Het jaar is 1870. De trotse republiek Frankrijk brokkelt af door het aanvallende Pruisische leger. Parijs ligt onder vuur. Te jong om deze ernstige situatie te begrijpen, beleven twee jongens spannende avonturen in de tunnels onder de bedreigde stad.
Paul de Vries is dik bevriend met zijn neefje Moussa, wiens vader gehuwd is met een edelvrouw uit de Sahara. Tragische gebeurtenissen leiden ertoe dat Moussa moet vluchten naar het geboorteland van zijn moeder. De twee jongens zullen elkaar jaren later pas weerzien - en wel als de bitterste rivalen. Paul wordt officier in het Franse leger een krijgt de opdracht een spoorweg dwars door de Sahara aan te leggen. Moussa woont bij de Toearegs, een majestueus nomadenvolk van meedogenloze krijgers en prachtige vrouwen. Een confrontatie tussen beide jongemannen is onvermijdelijk.