Pius Alibek-Op drift
Een kindertijd in het Irak van de jaren vijftig die lijkt op een oosters sprookje: Pius groeit beschermd en avontuurlijk op tegelijk met elf broers en zussen in een familie die tot de oudste christelijke gemeenschappen behoort en haar eigen tradities hoog houdt; zijn moedertaal is het bijbelse Aramees. In de grote familieclan worden de wetten van gastvrijheid en respect nageleefd en het vredige bestaan naast Arabieren, Koerden, Armeniërs en Turkmenen zijn van beslissende invloed op hem. Het zijn echter de jaren dat Saddam Hoesseins Ba'athpartij aan de macht komt en de familie vlucht naar het zuiden, als bannelingen in eigen land. Het brengt Pius naar het priesterseminarie, maar de situatie op het jezuïetencollege en zijn teleurstelling over de theologische bekrompenheid betekenen een vroegtijdig afscheid. Hij benut de mogelijkheid om Engelse letterkunde in Bagdad te gaan studeren. Tijdens een studiereis in Londen wordt hij verliefd op een Catalaans meisje en dat leidt tot een ware explosie van zinnelijkheid na het dorre seminariebestaan. Maar het zijn de wonderen en de verschrikkingen van de woestijn die hij tijdens zijn militaire diensttijd leert kennen, die hem werkelijk maken tot de man die hij is.