Diana Souhami-Selkirks eiland

Sale!
€ 11,00 € 3,95

In 1703 monsterde Alexander Selkirk aan op een expeditie die, onder aanvoer van William Dampier, Franse en Spaanse schepen zou gaan plunderen voor de kust van Zuid-Amerika. De condities aan boord waren erbarmelijk: er heerste scheurbuik en dysenterie, en er was groot gebrek aan voedsel en water. Vele bemanningsleden stierven of kwamen in opstand. Het schip bleek lek en Selkirk zag geen andere uitweg dan aan land te gaan op het eiland Juan Fernandez - 500 kilometer voor de kust van Chili.
In het begin was Selkirk eenzaam en bang. Hij durfde niet te gaan slapen uit angst om te worden verslonden door wilde dieren. Maar na enige tijd leerde hij hoe te overleven. Hij bouwde een hut van takken van sandelbomen en maakte vuur door droge stukken hout tegen elkaar te wrijven. Met een knuppel doodde hij geiten en gebruikte hun vel als kleding en beddengoed. Na verloop van tijd ontdekte Selkirk dat een leven zonder gezelschap heel goed mogelijk was, en werd hij bang voor de dag dat bezoekers zijn hegemonie in gevaar zouden brengen.
In 1708, vier jaar en vier maanden later, arriveren twee schepen in Juan Fernandez. De bemanning treft een onherkenbare en verwarde wildeman aan. Zijn verhaal wordt een legende. Het inspireerde Daniel Defoe in 1719 tot het schrijven van Robinson Crusoe, een boek dat eeuwen later over de hele wereld nog altijd gelezen wordt.